26 JUNI 1923.
„Gelijk in het voorstel staat, werd in de vergadering van
„2 Mei j.l, besloten om de bestaande steunregeling te doen
„voortbestaan gedurende de maanden Mei en Juni. Deze
„maanden zijn nagenoeg om en thans luidt het voorstel
„verlenging met ééne maand. Waar het ongeveer 8 weken
„geleden is, dat de laatste raadsvergadering werd gehouden
„en het misschien wederom meerdere weken zal duren
„alvorens de Raad weder bijeenkomt, komt het onderge-
„teekende alleszins wenschelijk voor om niet met ééne
„maand, doch met twee maanden te verlengen, opdat niet
„gedurende eenigen tijd de uitkeeringen zouden worden
„stopgezet. Het laat zich helaas aanzien, dat er weinig of
„geen verbetering zal komen in de thans bestaande nog
„groote werkloosheid. Integendeel, deze breidt zich nog voort
durend uit (massa-ontslag bij Kwatta). Daarom zal het nog
„noodig zijn de steunregeling langer van kracht te doen zijn
„dan de thans voorgestelde ééne maand en, waar wellicht
„de Raad vóór Augustus niet meer bijeenkomt, is eene dus
danige beslissing in deze vergadering wenschelijk".
Spr. deelt mede, dat in Juli nog wel een of meer verga
deringen van den Raad zullen plaats hebben, zoodat spr.
dus de noodzakelijkheid van het voorstel niet inziet. Overi
gens is met opzet een verlenging met slechts één maand
voorgesteld, om te zien tot een andere oplossing van het
vraagstuk te komen, n.l. door de werkverschaffing onder
Chaam uit te breiden of een andere regeling met het Bur
gerlijk Armbestuur te treffen.
De heer MOLL verklaart, dat dit onderwerp in de com
missie voor de arbeidsbemiddeling en werkloosheidsverzeke
ring is besproken. De bedoeling van dit voorstel is, dat deze
steunregeling zal worden stopgezet en om iederen werklooze
voor werk uit te zenden. Gisteren heeft spr. daarover nog
onderhandeld met den Adjunct-Houtvester. Daarbij is spr.
gebleken, dat gronden, onder Chaam gelegen, hiervoor de
gelegenheid bieden. De ouden van dagen, die natuurlijk