22
29 JANUARI 1923
alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om
de gevraagde ontheffing te verleenen onder de daarbij aan
gegeven voorwaarden.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt besloten aan adressant de gevraagde
uitzondering toe te staan onder de volgende voor
waarden
a. dat geen verandering worde gebracht in de
grenzen van het perceel
b. dat het pakhuis niet van bestemming verandere
en nimmer geheel of gedeeltelijk tot woning
worde ingericht of gebruikt
c. dat ter voldoening aan artikel 5 der Woningwet,
eene teekening, ingericht volgens artikel 99 der
bouwverordening, aan Burgemeester en Wet
houders ter goedkeuring worde aangeboden
d. dat, wanneer binnen zes maanden, na de dag-
teekening van dit besluit van de verleende
ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht
wordt niet te zijn verleend
en onder bepaling, dat bij niet vervulling van
een dezer voorwaarden de verleende uitzonde
ring vervalt.
28. Adres van W. Meeuwesen alhier, daarbij ont
heffing verzoekende van artikel 14 der bouwverordening voor
deze gemeente, ten behoeve van de verbouwing van zijn pak
huis en werkplaats achter zijne woning aan de Ginneken-
straat N°. 90.
Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezondheids
commissie en den adjunct-directeur van Openbare Werken,
alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om
de gevraagde ontheffing niet te verleenen, aangezien reeds
op een vroeger verzoek van adressant van gelijke strekking
in de vergadering van 29 November j.l. afwijzend werd
beschikt, op grond, dat de aangrenzende perceelen, wat den