26 JUNI 1923.
235
„begrooting voor genoemd dienstjaar geen omstandigheden
„hebben voorgedaan, die van invloed zijn op de grootte van
„dit bedrag meenen wij voor de bepaling van den factor
„eene opbrengst van f 510.000.te kunnen handhaven.
„Blijkens eene opgave van den inspecteur der directe belas
tingen, ie. Afd., alhier, bedroeg het belastbaar inkomen
„over den dienst 1922/23 op 3 Mei j.l. f 13.319.830.met
„een opbrengst bij een factor 1 van f 736.932.
„Door genoemden inspecteur wordt voor het belastingjaar
„1923/24 eene daling van dat inkomen verwacht van 15 a
„2O°/0, zoodat voor genoemd belastingjaar bij een vermenig-
„vuldigingscijfer 1 de opbrengst geraamd kan worden op 80 0/0
„van f 736.932.zijnde afgerond naar boven f 590.000.
„Benoodigd is eene opbrengst van f510.000.waardoor de
„vermenigvuldigingsfactor zal worden 51/59 of 0.864.
„Rekening houdende met het feit, dat het bedrag van
„f 736.932.nog niet alle aanslagen omvat, aangezien op
„het oogenblik der opgave nog enkele aanslagen moesten
„worden geregeld, benevens Hr 200 forensen-aanslagen, kan
„derhalve voor 1923/24 worden volstaan met een vermenig-
„vuldigingsfactor van rond 0.8.
„Bovendien gelooven wij met dit cijfer nog aan den veiligen
„kant te zijn, aangezien gerekend is op een teruggaan van
„het belastbaar inkomen van 20°/0, zijnde het maximum
„door den inspecteur verwacht.
„Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U
„voor te stellen, voor het belastingjaar 1923/24 den vermenig
vuldigingsfactor vast te stellen op 0.8, waardoor deze factor
„zijn gestagen teruggang van 1.4, na aftrek van 30 °/0 1,
„in 1921/22, op 0.9 in 1922/23 en 0.8 in 1923/24 voortzet
„en de belastingdruk in 3 jaren met ongeveer 20 °/0 of 1/5
„is verminderd."
De heer HAALMAN zegt het volgende
Het zij mij vergund naar aanleiding van dit voorstel het
navolgende op te merken
