246 26 JUNI 1923. terrein werd aangekocht voor f 60.000,in verband met de plannen tot het bouwen van een nieuw postkantoor. Sindsdien ligt deze grond nog steeds braak. Onlangs werd nu echter door het Rijk verzocht tot de hier voorgestelde ruiling te willen overgaan. In de vrees, dat het plan tot den bouw van het nieuwe kantoor niet zou worden uitgevoerd, heeft het College zich in verbinding met de regeering gesteld. Hieruit bleek, dat voor den nieuwbouw op het oogenblik geen voldoende geld aanwezig was. Evenals van de zijde van deskundigen, werd ook door het College een woord van waarschuwing geuit, om toch niet te veel geld te verbrod delen met het verbouwen van het bestaande postkantoor. Het College had liever gezien, dat het huidige gebouw op wat meer eenvoudigen voet werd opgelapt, daar in ieder geval met de gedachte verbouwing een belangrijk bedrag gemoeid zal zijn. Burgemeester en Wethouders betreuren het natuurlijk ten zeerste, dat binnen afzienbaren tijd aan een nieuw postkantoor niet zal behoeven te worden gedacht. Tegen de ruiling van grond, in dit voorstel uiteengezet, heeft het College geen bezwaar, terwijl het zich een oordeel heeft voorbehouden over het aesthetische van het gebouw. Spr. kan in dit verband nog mededeelen, dat de voorgevel- teekening eenigszins is veranderd. Alsnu wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 34. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot aan koop van een tweetal woningen aan de Akkerstraat, kadastraal bekend sectie B n°. 4981 en 4982. Daartoe wordt besloten. 35. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter benoeming tot leeraar in het timmeren aan de ambachts school alhier, voordragende 10. VV. P e e m e n, te Eindhoven;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 246