26 JUNI 1923. 253 ook de transportinrichting nadert thans haar voltooiing. Het geheel is interessant om te zien. De Directeur wil gaarne alle inlichtingen geven. Spr. stelt voor, om in de volgende vergadering een dag en uur vast te stellen voor dit bezoek. 7. De heer BOGMANS uit zijn teleurstelling, dat op deze agenda nog niet de adressen van de werklieden betref fende de viering van R. K. feestdagen zijn geplaatst. Spr. begrijpt niet, dat thans reeds van het werkliedenreglement in deze is afgeweken. De VOORZITTER antwoordt, dat in de vergadering van 29 Januari j.l. de Raad in principe besloten heeft om het werkliedenreglement in overeenstemming te brengen met de wijziging door de Kerk in de R. K. feestdagen aangebracht. De adressen, door den heer Bogmans bedoeld, zullen in eene volgende vergadering ter tafel gebracht worden. Hetgeen nu intusschen geschiedt, is niets anders, dan de consequentie van voornoemd raadsbesluit. Overigens wordt het personeel in de gelegenheid gesteld, de godsdienstoefening bij te wonen, daar op die dagen met den dienst eerst om IO uur v.m. wordt aangevangen. Voorts is over deze aangelegenheid het advies van de centrale commissie van overleg ingewonnen. 8. De heer MEIJVIS vraagt, wanneer er een wachtgeld regeling voor de werklieden tot stand zal komen. Spr. vraagt dit vooral met het oog op de werklieden bij de gasfabriek, daar hij vernomen heeft, dat er nu reeds meerderen zonder meer aan den dijk gezet zijn. De VOORZITTER antwoordt, dat dit vraagstuk de volle aandacht van het College heeft. 9. Mevrouw NEVE-REINTJES verzoekt de huren van de onbewoonbare woningen niet te willen verhoogen. De VOORZITTER zegt, dat dit verzoek in aanmerking kan komen bij de overweging om tot onbewoonbaarverklaring dezer woningen over te gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 253