2ÖO
6 JULI 1923.
3. Adres van het dagelijksch bestuur van den Bond
Heemschut te Amsterdamverzoekende een verordening uit
te vaardigen ter bestrijding van ontsierende reclame, met
adhaesie-adres van de Vereeniging Breda Vooruit."
De VOORZITTER merkt op, dat de aanleiding tot het
richten van dit verzoek is geweest de reclame aan den
gevel van het pand Groote Markt, hoek Halstraat. Direct
na het aanbrengen dier reclame hebben Burgemeester en
Wethouders zich reeds in contact gesteld met dengene, die
daarvoor verantwoordelijk is. Zij zullen de quaestie nader onder
de oogen zien en hun best doen om na te gaan, of in
deze iets met een verordening bereikt kan worden. Spreker
geeft derhalve in overweging, deze adressen te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
4. Adres van H. A. van der Linden, verzoekende
toestemming tot het verbouwen van een bergplaats tot
benedenwoning op het perceel aan de Korte Gampelstr. n°. 6,
in verband met een vroeger raadsbesluit, waarbij op gemeld
perceel een bouwverbod is gevestigd.
De heer KORTEWEG wil deze zaak terstond afdoen.
De VOORZITTER zegt, dat zij door den technischen
dienst onderzocht moet worden alvorens de Raad een be
slissing kan nemen. Spr. geeft dan ook in overweging, dit
adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders
om prae-advies.
Daartoe wordt besloten.
5. Adres van de Algemeene R. K. Ambtenaarsvereeni-
ging, afd. Breda, adhaesie betuigende aan het adres van het
bestuur der Diocesane Werkliedenvereeniging, betreffende
de viering als Zondag van de laatstelijk door het Episcopaat
gedispenseerde feestdagen.