2go 6 JULI 1923. De heer FEBER antwoordt den heer Schrauwen, dat reeds een regeling in zake bijbetaling in de verpleegkosten door minvermogenden is voorgesteldIbinnenkort zal den Raad een voorstel daartoe bereiken. Naar aanleiding van de opmerking van den heer Haaiman deelt spr. mede, dat de commissie tot reorganisatie van oordeel was, dat er wel een gedelegeerd lid moet zijn. Men meent in deze functie een vruchtbaren werkkring gevonden te hebben voor den gemeente-apotheker. Bovendien, het is maar een proef neming, men moet niet denken, dat dit later niet voor wijziging vatbaar is. De heer M e ij v i s heeft gevraagd, wat de bedoeling was van de aanduiding: Op gezette tijden. Dat zal b.v. eens in de 3 maanden zijn. Men moet daarbij niet uit het oog verliezen, dat het instituut-schoolartsen zeer kostbaar is in Leeuwarden heeft men het om die reden al opgeheven. Voor het opnemen van arbeidersafgevaardigden in de geneeskundige commissie kon de commissie niets gevoelen. De verloskundige armenpraktijk is verleden jaar pas geregeld het lijkt de commissie derhalve niet gewenscht daarin weer verandering te brengen. Spr. beveelt den Raad deze proefneming ten zeerste aan en deelt mede, dat de meerdere uitgaven, welke uit deze reorganisatie voortvloeien, worden geraamd op f 6700, terwijl zij later, wanneer de gemeente-apotheker door een ander zal zijn vervangen, wel licht gereduceerd kunnen worden tot ongeveer f 4500. De VOORZITTER dankt de commissie tot reorganisatie van den geneeskundigen dienst voor het belangrijk werk, door haar verricht. Wij staan thans voor een ommekeer en al is er wel geen gemeentelijke geneeskundige dienst ge schapen, meenen wij toch dat deze regeling vele moeilijk heden zal ondervangen. Allen, die daaraan medegewerkt hebben, brengt spr. van hieruit een woord van dank. Voorts zegt spr. te gelooven, dat men zich de samenstelling der geneeskundige commissie goed heeft voor oogen gesteld hoewel het misschien waar is wat de heer Haaiman heelt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 290