6 JULI 1923 291 gezegd over de positie van den gemeente-apotheker, verdient het toch aanbeveling dien persoon van ervaring te benutten als gedelegeerd lid. Voor het opnemen van arbeiders in de commissie, acht spr. geen reden aanwezig ook van eenige andere bepaalde categorieën uit de maatschappij is niemand uitgesloten van het lidmaatschap. Dat de memorie van antwoord eerst in Juni j.l. is verschenen, is te wijten aan het feit, dat het product van het onderzoek der afdeelingen, dat in December werd gehouden, Burgemeester en Wet houders eerst maanden later heeft bereikt. De heer HORNIX merkt op, dat het rapport van zijn afdeeling reeds twee dagen na de vaststelling is ingezonden. Spr. meent dan ook, dat de stagnatie gezocht moet worden op het Gemeentehuis. De VOORZITTER: Neen, aan de commissie uit den Raad, niet aan bepaalde leden. Het plan van Burgemeester en Wethouders tot reorganisatie van den geneeskundigen dienst, wordt daarop z. h. s. onveranderd goedgekeurd. 20. Adres van de N. V. De Vereenigde Brandstoffen- handelaren, verzoekende te willen toestaan de lossing van brandstoffen op de verharde losplaats aan den Academie singel, met voorstel van Burgemeester en Wethouders, lui dende als volgt „Ingekomen is het hierbijgevoegd adres van de N.V. De „Vereenigde Brandstoffenhandelaren, verzoekende haar te „willen toestaan, de lossing van brandstoffen op de verharde „losplaats aan den Academiesingel nabij de Willemsbrug. „Naar aanleiding hiervan wenschen wij te doen opmerken, „dat gemelde vennootschap zich reeds vroeger met een gelijk „verzoek tot ons College heeft gewend, doch dat wij gemeend „hebben op dit verzoek afwijzend te moeten beschikken, „De erbarmelijke toestand, waarin het gedeelte voetpad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 291