292 6 JULI 1923. „en weg daar ter plaatse vroeger verkeerde en welke veroor zaakt werd door het lossen en storten van bouwmaterialen, „zooals steenen, kalk, zand, grint enz. en van brandstoffen, „noopte ons in Augustus 1920 ertoe, om het laden en lossen „van bouwmaterialen (met uitzondering van bewerkt hout) en „van brandstoffen daar ter plaatse te verbieden. „Voor de lossing van de hierbedoelde stoffen werd door „ons aangewezen de Nijverheidssingel, behoudens bijzondere „vergunning van ons College om elders langs de singels te „lossen. „In dien zin werd door ons de havenmeester, die met het „toezicht op het laden en lossen langs de singels belast is, „geïnstrueerd. „Bijzondere vergunningen tot het laden en lossen van „goederen, zoowel ter aangeduide plaatse als elders langs de „singels, worden door ons herhaaldelijk verleend, wanneer „de omstandigheden daartoe aanleiding geven, doch wij „kunnen geen vrijheid vinden om aan de hierbedoelde los plaats een zoodanig karakter te geven, dat zij ten allen tijde „als opslagplaats voor allerlei artikelen zou kunnen dienen. „Ofschoon de beslissing op het verzoek zelve niet tot de „competentie van den raad behoort, hebben wij toch gemeend „U in kennis te moeten stellen met de motieven, welke ons „College ertoe geleid hebben, het verzoek van de hand te wijzen. „Wij hebben de eer U derhalve in overweging te geven, „aan adressante als beschikking op haar adres mede te „deelen, dat de gemeenteraad onbevoegd is daarop eene „beslissing te nemen." Den heer OOSTVOGELS is het opgevallen, dat twee arti kelen daar niet mogen worden gelost, n.l. bouwmaterialen en brandstoffen. Koolasch mag er dus wel gelost worden, doch geen steenkolen. Ook geen turf in zakken, maar wel turfmolm in pakken. Zulks komt spr. vreemd voor. Hij zou daarom willen voorstellen, aan den havenmeester de bevoegd heid te geven om in bijzondere gevallen naar goeddunken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 292