294
6 JULI 1923.
De heer MEIJVIS verklaart, namens zijn fractie, om prin-
cipieele redenen tegen dit voorstel te moeten stemmen. Spr.
acht het koningschap een gevaarlijk en kostbaar ornament
en dringt aan op het houden van een gesplitste stemming
over dit tweeledig voorstel.
De heer KORTEWEG vraagt, of er ook feestgevierd zal
worden op Zondag.
De VOORZITTER Dat moeten wij aan het feestcomité
overlaten.
De heer KORTEWEG zou aan het feestcomité willen ver
zoeken, de feestelijkheden op Zondag zooveel mogelijk te
beperken.
De heer HAALMAN wil zijn stem even motiveeren. Spr.
is het niet eens met den heer M e ij v i s hij aanvaardt de
constitutioneele monarchie en daarmede ook den monarch.
Dit principieel verschil bestond reeds toen spr. nog deel
uitmaakte van de partij, waartoe de heer M e ij v i s nog
behoort. Zou de Koningin hier een bezoek brengen, dan
zou spr. stemmen voor het toestaan van een crediet tot
bestrijding van de gelden benoodigd om het Staatshoofd
behoorlijk te ontvangen, doch in het onderhavig geval zal
hij tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
stemmen en wel omdat hij van meening is, dat deze feest
viering, welke moet uitgaan van het particulier initiatief,
door hen die feest willen vieren ook moet worden bekostigd.
Ook is spr. het niet eens met het voorstel-M e ij v i s tot het
houden van een gesplitste stemming, daar hij meent dat het
eene automatisch het andere in zich sluit. Spr. aanvaardt de
volledige consequentie van zijn standpunt en zal derhalve
zoowel tegen het een als tegen het ander stemmen.
De heer KLUFT vraagt, of de St, Vincentiusvereeniging
in de gelegenheid zal worden gesteld zich bij het Burgerlijk
Armbestuur aan te melden.