29 JANUARI 1923. 29 De heer FEBER zegt, dat naar zijne meening de Bouw commissie over dit plan had moeten vergaderen. Thans is den leden hoofdelijk hun oordeel gevraagd. De VOORZITTER merkt op, dat als deze stelregel steeds werd gevolgd, de afwikkeling van vele zaken veel te langzaam zou gaan. Bij de Gascommissie is het schering en inslag, dat de meening der leden hoofdelijk wordt gevraagd. Bovendien geldt het hier een voorstel, waarmede de geheele commissie reeds bekend was deze had er reeds over vergaderd. De heer CERUTTI vraagt, met welk doel dit schrijven aan den Raad is gericht. De VOORZITTER Uit elegantie. De heer OOSTVOGELS geeft in overweging, het oude voorstel, dat door den Raad is aanvaard, te handhaven. Dit voorstel wordt niet voldoende ondersteund en kan derhalve geen punt van overweging uitmaken. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop het gewijzigde plan goedgekeurd. 32 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onder- handsche verhuring van de woning aan de Prinsenkade no. 20, tegen een huurprijs van f 450,per jaar en onder nader vast te stellen voorwaarden. De VOORZITTER verklaart, dat de boven- en beneden woning vermoedelijk afzonderlijk zullen worden verhuurd. De moeilijkheid is echter, dat er slechts één toegang tot het perceel is. Zonder bedenkingen wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 33. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, totwijzi-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 29