6 JULI 1923.
299
waarmede dit tweeledig doel op de vlugst mogelijke en
minst kostbare wijze voor de gemeente is te bereiken.
Onder welken vorm dan ook, vind ik een boete-bedrei
ging van f 10.000 veel te afschrikwekkend en ik handhaaf
hierbij mijn voorstel om bij niet nakoming den grond te
naasten zonder eenige vergoeding gezien verschillende arres
ten van den Hoogen Raad is dit, wat de opstallen betreft,
geen bezwaar. Trucs als een schijnbewoning zijn ook met
een boete van f 10.000 niet te ondervangen, daar zijn wel
andere middelen voor.
Dat ik mij, bij het noemen van een weekhuur van ten
hoogste 6 gulden gedurende 10 jaar, niet in goudwaarde
heb uitgedrukt, is aan mijn adres als valuta-handelaar een
snedige opmerking, welke ik bij deze onder de aandacht
van Burgemeester en Wethouders breng bij het aangaan van
leeningen en afsluiten van contracten.
Toch, Mijnheer de Voorzitter, blijf ik er bij, dat de publieke
veiling, de markt waar koopers en verkoopers elkaar vinden,
niet alleen de vlugste manier is om tot het meergenoemd
doel te geraken, maar tevens de meest voordeelige weg is.
Stel het geval, dat er twee gegadigden zijn voor hetzelfde
perceel, hoe dan onderhands toe te wijzen Is dan publieke
veiling niet het meest voordeelig voor de gemeente Heeft
de praktijk niet herhaaldelijk geleerd, dat bouwgrond, onder
hands niet te verkoopen, bij publieke veiling zeer gewild was?
En waarom gewacht tot een kooper opdoemt, waar woning
nood en werkloosheid zoo schrikbarend toenemen Wie
onderhands wil koopen, koopt ook in publieke veiling
de enkele procenten onkosten zijn absoluut niet van invloed.
Speculatie, die trouwens niets ter zake doet wanneer de
grond binnen zekeren tijd bebouwd moet zijn, heeft men
wel te duchten bij onderhandsche niet bij publieke veiling,
waar alle gegadigden tegenwoordig zijn.
Ik handhaaf daarom mijn voorstel om zoo spoedig mogelijk
tot publieke veiling over te gaan.