3 oó 27 JULI 1923. Rondvraag. 1. Beheer van de Zuider-Stoomtramweg-Maatscbappij. 2- Baggerwerk onder de Gasbrug. 3. Vergoeding van verpleegkosten van armlastige patiën ten in het Diaconessenhuis. 4. Handhaving van de 48-urige werkweek bij de Politie. 5. Werkverschaffing te Chaam. Tegenwoordigmevrouw J. M. NEVE-REINTJES en de heeren A. C. KORTEWEG, J. M. MEIJVIS, TH. J. A. VAN DIJK, H. J. MOLL, P. HA ALM AN, M. W. MARTENS, C. J. KLUFT, A. W. OOST VOGELS, J. LIJDSMAN, W. J. H. FEBER, H. J. H. HORNIX, W. L. KOOPERBERG, C. TH. BOGMANS, W. J. A. LOOMANS, F. F. X. CERUTTI, A. SCHRAUWEN, A. J. M. CLEMENT, N. J. H. VAN GROENENDAEL en B. COHEN. Afwezig: de heer C. VAN ZWEDEN. Voorzitter: de heer mr. dr. W. G. A. VAN SONSBEECK, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 26 Juni j.l., overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het regle ment van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toe gezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering onveranderd goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 306