3 iö 27 JULI 1923. 18. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter voorziening in een tweetal vacatures in het College van Regenten van het Oude-Mannenhuis, ontstaan tengevolge van het overlijden van den heer P. L. F a e s en wegens de periodieke aftreding op 1 Juni j 1. van den heer mr. P. C. E. v a n W ij m e n, in overleg met dat College ter benoe ming aanbevelende de heeren (vacature-P. L. F a e s) i°. J. M. A. C. J. Smits, 2°. Jhr. mr. L. J. M. van Sasse van Ysselt. (vacature-mr. P. C. E. van W ij m e n) i°. mr. P. C. E. van W ij m e n, aftredend lid, 2°. mr. G. M. H. Sassen. Wordt overgegaan tot stemming ter voorziening in de vacature-P. L. F a e s. Er worden uitgebracht 20 stemmen, alle op den heer Smits. Zoodat de heer J. M. A. C. J. Smits met algemeene stemmen is benoemd tot lid van het College van Regenten van het Oude-Mannenhuis en zulks voor den tijd, dat de heer P. L. F a e s nog zitting zoude hebben gehad. Daarop wordt overgegaan tot stemming ter voorziening in de vacature-P. C. E. van W ij m e n. Er worden uitgebracht 20 stemmen, waarvan 19 op den heer van W ij m e n en 1 stem op den heer Korteweg. Zoodat de heer mr. P. C. E. van W ij m e n opnieuw is benoemd tot lid van het College van Regenten van het Oude-Mannenhuis en zulks voor den gewonen tijd van zitting. 19. Aanvraag van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning van een crediet van f 2000,voor versiering en verlichting van het Stadhuis en andere uit de feestelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 316