324 27 JULI 1923. Zooals uit de verordening sub a blijkt, vvenschen wij in ,,de simenstelllng der commissie eenige wijziging te brengen. „Deze commissie, welke, behalve den Voorzitter, thans „bestaat uit 4 leden en 4 plaatsvervangende leden, zouden „wij samengesteld wenschen te zien uit een voorzitter en „8 leden, waarvan 3 werkgevers en 3 werknemers, terwijl ,,de beide andere leden niet tot deze categorieën mogen „behooren. „Ook achten wij het niet raadzaam, dat, met uitzondering „van den voorzitter, die door ons college uit zijn midden „wordt aangewezen, een der andere leden de functie bekleedt „van lid van den Gemeenteraad. De leden van den Raad „behooren tegenover de eventueele adviezen der commissie „een geheel onafhankelijk standpunt te kunnen innemen. „De overige veranderingen zijn niet van ingrijpenden aard, „zoodat wij meenen te kunnen aannemen, dat zij geen „nadere toelichting vereischen. „Indien Uwe vergadering tot de vaststelling dezer ontwerp verordeningen besluit, geven wij U in overweging alsdan „tevens in te trekken a. „de verordening, regelende de samenstelling en den „werkkring der commissie van advies voor de werk loosheidsverzekering (gemeenteblad no. 265) b. „de verordening op de Arbeidsbeurs (gemeenteblad „no. 285); c. „de verordening regelende de samenstelling en den „werkkring der commissie voor de arbeidsbeurs, (ge- meenteblad no. 286)en d. „de instructie voor den directeur van de arbeidsbeurs, „(gemeenteblad no. 287). „Tevens stellen wij U voor, aan de leden en plaatsver vangende leden der bestaande commissiën eervol ontslag „te verleenen met ingang van den dag, waarop de nieuwe „verordening in werking treedt en onder dankzegging voor „de bewezen diensten".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 324