33° 27 JULI 1923. Het amendement-M e ij v i s tot schrapping van de onvereenigbaarheid v^n het lidmaatschap der commissie met dat van den Raad, wordt daarop in stemming gebracht. De uitslag van die stemming is, dat 10 stemmen voor en 10 tegen het voorstel zijn uitgebracht, zoodat de stemmen hierover staken en de beslissing wegens onvoltalligheid der verga dering lot de volgende zitting moet worden aan gehouden. Voor: mevrouw N e v e-R e i 11 t j e s en de heeren Kor- teweg, Me ij vis, Haaiman, Martens, Kooper- berg, Bogmans, Sc h ra uwen, Clement en Cohen. Tegen de heeren Van D ij k, Moll, Kluft, Oost vogels, L ij d s m a n, F e b e r, Hornix, Loomans, Cerutti en Van Groene ndael. Artikel 10 wordt zonder eenige bedenking goed gekeurd en vastgesteld. Artikel De heer KORTEWEG wijst er op, dat zoo'n commissie vergadering maar eventjes f 27,zou kosten. Spr. stelt derhalve voor, het presentiegeld in plaats van f 3 op f 2 te brengen. De heer OOSTVOGELS betuigt zijn spijt over het feit, dat dit artikel niet vóór artikel 9 behandeld is wellicht zou men dan een anderen uitslag van de stemming over het amendement-M e ij v i s verkregen hebben. De heer MEIJVIS protesteert tegen deze aantijging. De VOORZITTER weigert te begrijpen, wat de heer Oostvogels bedoelt. De heer SCHRAUVVEN weigert niet de bedoeling van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 330