27 JULI 1923.
331
den heer Oostvogels te begrijpen. Spr. wil hier uitdruk
kelijk verklaren, dat hij zijn eigenbelang niet heeft willen
dienen door voor het amendement-M e ij v i s te stemmen.
De heer LIJDSMAN deelt mede, dat ook in het College
van Burgemeester en Wethouders een nog verder doorge
voerde verlaging van het presentie-geld ter sprake is gekomen.
Spr. was daar toen reeds voor en kan zich dan ook met
het voorstel-K o r t e w e g volkomen vereenigen.
De heer CLEMENT vraagt, of de commissie-vergaderingen
's middags of 's avonds worden gehouden.
De VOORZITTER antwoordt, dat in den regel 's middags
wordt vergaderd.
De heer CLEMENT kan dan een vergoeding van f 3,
niet te veel vinden.
De heer KLUFT vindt het voorstel van den heer Kor te-
weg afschuwelijk; er zijn leden, die voor zoo'n vergadering
een halven dag moeten verletten.
Het voorstel-K o r t e w e g wordt alsnu in stem
ming gebracht en verworpen met 14 tegen 6 stem
men.
Tegen: mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren Meij-
vis, Van Dijk, Haaiman, Martens, Kluft, Koo-
perberg, Bogmans, Loomans, Cerutti, Schrau-
wen, Clement, Van Groenendael en Cohen.
Voorde heeren Korte weg, Moll, Oostvogels,
Lijdsman, Feber en Hornix.
Het artikel wordt daarop onveranderd vastgesteld.
De artikelen 12, 13 en 14 worden zonder eenige
bedenking ongewijzigd vastgesteld.