27 JULI 1923. 333 „Wij hebben de eer U voor te stellen, overeenkomstig het „vorenstaande te besluiten en te bepalen, dat deze regeling „zal ingaan op hetzelfde tijdstip, waarop de voorgestelde „ontwerp-verordening op den dienst der werkloosheidsverze kering en arbeidsbemiddeling in werking zal treden". Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast stelling van een plan van exploitatie voor een gedeelte van den Belcrumpolder, met aanvraag van het daarvoor noodige crediet, luidende als volgt „Bij brief van 20 Sept. 1922, II0 Afdeeling, w. 11 N°. 15962 „B i4 mochten wij van de Directie der Nederlandsche Spoor- wegen ontvangen een teekening van den Belcrumpolder, „waarop is aangegeven de door haar gewenschte grenslijn „tusschen het nieuwe stationsemplacement en het gemeente- oerrein, waardoor kwam vast te staan welk deel van voor noemden polder voor exploitatie van gemeentewege in „aanmerking komt. „Terloops wordt hier vermeld, dat de onderhandeling over „de voorwaarden van afstand van den grond aan de spoor- „wegen nog gaande is en te zijner tijd een daartoe betrekkelijk „voorstel U zal bereiken. „Intusschen is aanstonds aan den dienst der gemeentewerken „opdracht verstrekt tot het ontwerpen van een exploitatie plan voor den geheelen polder, voor zoover die nu aan de „gemeente blijft. „Dit plan, vergezeld van eene kostenbegrooting en een „exploitatierekening, bereikte ons in Januari en wordt met „de daarop geleverde nota en drie bijlagen van den heer „Wethouder, meer bijzonder belast met de zaken der finan- „ciën, hierbij overgelegd. „De bespreking er over leidde in ons college al spoedig „tot de vraag, of hetgeen aanbeveling zou verdienen om in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 333