33
29 JANUARI 1923.
De VOORZITTER zegt hiervan toch geen recherche-zaak
te kunnen maken. Het College keurt het gebeurde echter
in geenen deele goed.
36. Antwoord op de vragen van het raadslid, den heer
M e ij v i s, betreffende
i°. de houding van het Burgerlijk Armbestuur
tegenover steun aan ongeorganiseerde werk-
loozen
2°. de verstrekking van water en het plaatsen van
privaten ten behoeve van woonwagenbewoners
aan de Lunetstraat.
De VOORZITTER doet voorlezing van de eerste vraag,
luidende als volgt
Vraag I. Is het waar, dat het Burgerlijk Armbestuur ge
weigerd heeft om het besluit van den Raad d.d.
29 December j.l., betreffende steun aan ongeor
ganiseerde werkloozen, uit te voeren. Zoo ja,
zijn Burgemeester en Wethouders bereid mede
te deelen, waarom het Burgerlijk Armbestuur ge
weigerd heeft dit besluit uit te voeren en wat
denken Burgemeester en Wethouders in deze te
doen.
Spr. verklaart, dat er dienaangaande nog door het Col
lege met het Burgerlijk Armbestuur wordt gecorrespondeerd.
De onderhandelingen zijn derhalve nog niet geëindigd, zoo
dat spr. op dit oogenblik ook geen mededeeling omtrent
deze aangelegenheid kan doen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de tweede vraag aldus
luidt
Vraag 2. Is het aan Burgemeester en Wethouders bekend,
dat de bewoners van de woonwagens, staande
aan de Lunetstraat, nog steeds niet voorzien zijn
van water en privaten. Zoo ja, zijn Burgemeester