27 JULI 1923.
een richtig beheer door de gemeente Bredaeveneens wordt
de exploitatie van de veemarkt daardoor nadeelig beïnvloed.
En dan de woningen. De steunverleening in de bouwkosten
is afhankelijk van de medewerking van het gemeentebestuur
van Teteringen. De woningen zullen betrokken worden door
menschen, die hun inkomstenbelasting in Teteringen betalen
de personeele belasting komt eveneens aan Teteringen ten
goede.
Eerst dan, wanneer annexatie heeft plaats gehad, kan van
een belang voor Breda gesproken worden. En is het nu
absoluut zeker, Mijnheer de Voorzitter, dat binnen
korten tijd die annexatie haar beslag heeft? We kunnen het
waarschijnlijk achten, zekerheid hebben we niet. Met al of
niet annexatie staat of valt het belang, dat Breda heeft bij
de exploitatie van den Belcrumpolder. Het is dan ook aan
te bevelen, niets aan den Belcrumpolder te doen, alvorens
de annexatie er door is.
Mijn overtuiging is dus, Mijnheer de Voorzitter, in
de eerste plaats, dat de exploitatieplannen, die nu vóór ons
liggen, leiden tot zware financieele verliezen voor de gemeente
in de toekomst en in de tweede plaats, dat voorloopig de
gemeente Bredawegens de ligging van den polder in
Teteringendaarmede niet gebaat is. Ik kan dus mijn stem
aan dit voorstel niet geven.
De VOORZITTER zegt, dat het Burgemeester en Wet
houders zeer welkom is, wanneer men omtrent deze zaak
zijn gedachten wil uiten, al zal een volgende raadsvergadering
verder gelegenheid tot behandeling moeten bieden.
De heer SCHRAUWEN verklaart, dankbaar te zijn, dat
Burgemeester en Wethouders met deze voorstellen zijn geko
men, alleen is hij het met den heer Haaiman eens, dat
zij thans nog niet kunnen worden behandeld. Spr. is dan
ook voor uitstel van behandeling tot de eerstvolgende raads
vergadering.