34 29 JANUARI 1923. en Wethouders niet van meening, dat deze toe stand strijdig is met de gezondheid en zijn Bur gemeester en Wethouders bereid in dezen toe stand, in het belang der bewoners ten spoedigste te voorzien door verstrekking van water en plaatsing van privaten. Spr. zegt, dat, voor zoover betreft het verstrekken van water, reeds door het College een maatregel is getroffen er zou ter plaatse een standpijp worden geslagen. Het Col lege meende, dat dit reeds geschied was, maar uit deze vraag zou af te leiden zijn, dat zulks niet het geval is. Spr. zegt een onderzoek in deze toe. De quaestie van privaten is veel moeilijker op te lossen, daar men hier over geen grond beschikt om een vast wagenparkje aan te leggen, waarop dan tevens een inrichting voor privaten zou zijn aan te brengen. De heer MEIJVIS zegt, dat bij de begrooting reeds over een standpijp is gesproken. Nu na zeven weken is deze er evenwel nog niet. Thans gebruiken deze menschen het vuile water uit de gracht, zelfs voor het koken. De omliggende bevolking helpt hen ook wel, doch met het oog op het niet goedkoope water kan men niet verwachten, dat hiermede zal worden voortgegaan. Verder wijst spr. er op, dat tijdens de kermis aan de kramen tonnen door de gemeentereiniging worden verschaft. Waarom kan ook voor de woonwagens niet een dergelijke regeling worden getroffen? De VOORZITTER zegt, dat alsnog getracht zal worden een oplossing te vinden. 37. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het doen rooien van boomen aan den Wilhelminasingel. Aan de hand van een schrijven van den Directeur der Beplantingen merkt de Voorzitter op, dat een boom aan de linkerzijde van het St. Ignatius-gesticht zeer in den weg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 34