352 27 JULI 1923. wordt dus geëischt. Wat de lokaliteiten betrefthet bouwen van nieuwe gymnastieklokalen is niet direct noodig. De gemeente is in de gelegenheid ik heb me daarvan verge wist om tegen een billijke huurvergoeding de beschikking te verkrijgen over een drietal particuliere gymnastieklokalen, gelegen op verschillende punten van de stad. Op deze wijze kunnen dan, al is het niet de ideale toestand, op gezette tijden alle leerlingen der lagere scholen gymnastiek-onderwijs ontvangen. De totale kosten per jaar zullen dan niet zoo hoog loopen. Ik beveel mijn motie aan ter goedkeuring bij mijn mede leden en bij aanneming hoop ik dan binnenkort voorstellen van het College te mogen tegemoet zien, in den geest als zoo juist door mij is aangegeven. In aansluiting hiermede stelt spr. den Raad in kennis met een schrijven van den Inspecteur voor de Lichamelijke Op voeding, hetwelk hij heden mocht ontvangen. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Horn ix een zeer belangrijke zaak ter sprake heeft gebracht. Burgemeester en Wethouders gevoelen ten volle, dat voor lichamelijke op voeding meer dient te worden gedaan dan tot dusver ge schiedt, al kunnen zij niet direct onderschrijven, dat hier van een tekortkoming sprake kan zijn. De groote moeilijkheid is echter het treffen van een goede regeling met de verschil lende lagere scholen en het vakonderwijs, niet zoozeer het beschikken over gymnastiekzalen, waarvan er ons, zooals we zooeven konden vernemen, reeds een drietal worden aange- geboden. Bovendien kan de zaak tot een belangrijke ver zwaring van kosten aanleiding geven. Het is dus de vraag, of dit tijdsgewricht wel geschikt is om de zaak terstond aan te pakken. Spr. geeft den heer H o r n i x dan ook in over weging, deze motie te laten voor wat zij is, in de overtuiging, dat Burgemeester en Wethouders naar beste vermogen zullen trachten in deze een oplossing te vinden. Verdere toezeg gingen kan spr. niet doen. De zaak zelf heeft echter de sympathie van het College.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 352