29 JANUARI 1923. 37 „tijd, waarin omtrent inkomsten en uitgaven zoo weinig „bestendigheid heerscht, eene bezuiniging, welke in hoofd taak wordt gevonden in een verlenging van den werktijd „met slechts drie uren per week, onder toekenning van een „bij de noodzakelijk geworden afronding zelfs nog eenigszins „verhoogd weekloon, kan naar onze meening toch geen „enkelen redelijken grond van tegenstand ontmoeten. „Voorts zijn onze voorstellen in deze, in vergelijking met „hetgeen in vele andere gemeenten reeds is ingevoerd of „wordt voorgesteld, uiterst matig te noemen. Over deze „voorstellen is de centrale commissie van overleg gehoord, „welke echter niet op alle punten tot overeenstemming kon „geraken. „Wij hebben evenwel hierin geen aanleiding gevonden onze „voorstellen te wijzigen. „Thans volge de toelichting op de afzonderlijke voorstellen. Toelichting op voorstel 1 (invoering 48-urige werkweek). „Ofschoon de Arbeidswet 1919 slechts voor sommige bedrij- „ven van onzen gemeentelijken dienst de 45-urige werkweek „voorschreef, zoodat voor de andere de werktijd van 48 uur „gehandhaafd kon worden, achtte Uwe vergadering van 30 Juni „1921 het gewenscht voor alle bedrijven, welke onder het „werkliedenreglement zouden vallen, de 45-urige werkweek „in te voeren. Thans staat de sindsdien gewijzigde Arbeids- „wet voor de eerstbedoelde bedrijven den 48-urigen arbeidstijd „toe (voor sommige categorieën werklieden zelfs een bedui- „dend langeren werktijd, bijvoorbeeld voor de arbeiders in „continubedrijf 54 uur per week). Om de hierboven uiteen- „gezette redenen komt het ons gewenscht voor, deze verrui- „ming van den arbeidstijd ook voor de gemeentelijke takken „van dienst te aanvaarden en tot wederinvoering van de „48-urige werkweek over te gaan. Eenerzijds wordt hierdoor „een niet onbelangrijke bezuiniging verkregen, terwijl ander zijds door een langeren werktijd van een half uur per dag „de taak van den werkman niet noemenswaard verzwaard en „het gezinsleven geen nadeel toegebracht wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 37