3§ 29 JANUARI 192.-? „Wij zijn dan ook overtuigd, dat geen enkel deugdelijk „argument de invoering der 48-urige werkweek in den weg „kan staan. „Wij geven U derhalve in overweging, het werklieden- „reglement en de daarbij behoorende bijzondere voorschriften „te wijzigen, zooals op bijlage I is aangegeven. „Het is gewenscht, dat deze wijzigingen in werking treden „op 1 Januari 1923. Toelichting op voorstel 2. (afschaffing vacantietoeslag). „Zooals U bekend is wordt deze toeslag, welke 5o°/0van „een weekloon bedraagt, slechts toegekend aan de vaste „werklieden in dienst der gemeente. Alle andere werklieden „en eveneens de ambtenaren zijn derhalve niet in het genot „van dezen toeslag. Door deze groepen is dan ook herhaaldelijk „verzocht ook voor een dergelijken toeslag in aanmerking „te komen. „In de huidige tijdsomstandigheden mag aan een algemeene „invoering echter in het geheel niet worden gedacht. Aange zien de meerderheid van ons College bovendien geen motieven „aanwezig acht om in deze tijden den toeslag, welke de vaste „werklieden thans genieten te handhaven, stelt het College „dan ook voor den vacantietoeslag te doen vervallen. Gelet „op het geringe bedrag der uitkeering (f15.a f20.per „jaar) zullen de werklieden van de afschaffing daarvan geen „ernstig nadeel ondervinden. „Bij deze beslissing moet vooral ook in het oog worden „gehouden, dat de nieuwe kindertoeslagregeling, welke in „ons derde voorstel is verwerkt, een niet onbelangrijke meer- „dere uitgave uit de gemeentekas zal vorderen. Deze uitgave „zou niet te verdedigen zijn, wanneer niet eenige verminde- zing op de andere personeelsuitgaven daartegenover stond. „Wordt derhalve aan den eenen kant aan enkelen de vacan tietoeslag onthouden, aan den anderen kant zullen velen „profiteeren van den verbeterden kindertoeslag. „In bijlage II zijn de wijzigingen aangegeven, welke de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 38