394
24 AUGUSTUS 1923.
„Nog met een tweetal andere zaken valt rekening te
„houden het behoud voor de gemeente van eene waarde
vermeerdering van de gronden en de bevoegdheid der
„gemeente om, bij aldien zij daaraan behoefte heeft, wederom
„de beschikking over het uitgegeven terrein te verkrijgen.
„Om deze beide voordeelen te behalen, zou wellicht ook het
„eeuwigdurend recht van opstal in aanmerking kunnen komen,
„doch de meer in gebruik zijnde wijze van uitgifte van
„gemeentegrond, daartoe geschikt, is de erfpacht". En dan,
Mijnheer de Voorzitter, schildert de schrijver gedurende
een viertal pagina's de groote voordeelen aan het erfpacht
stelsel verbonden.
F. M. VV i b a u t, een gemeentebestuurder van gezag ook
in niet-socialistische kringen, schrijft in „Socialistische
Gemeentepolitiek" op pagina 4
„Het beheer van den gemeentelijken grond moet zóó
„gevoerd worden, dat er tegelijkertijd rekening wordt gehou-
„den met de behoefte van het thans levende en van een
„volgend geslacht. Deze overweging reeds sluit den particu
lieren eigendom van voor woningbouw bestemden grond uit.
„De verbinding van het belang van de tegenwoordige met
„dat van de toekomstige bewoners leidt tot den eisch, dnt
„de gemeente den grond slechts in erfpacht moet uitgeven.
„Dan immers, zal na afloop van den erfpachtstermijn, dus
„na 50 of 75 jaren, de gemeente den grond weer tot haar
„vrije en volle beschikking krijgen en dien opnieuw in gebruik
„kunnen geven onder inachtneming van de hoogere eischen,
„die het latere geslacht aan de huisvesting zal stellen."
In „Modern Gemeentebeheer," tweede deel, lees ik op
bladzijde 294 in een opstel van Mr. D. H u d i g
„Voor elke gemeente, die eene sociale grondpolitiek wil
„volgen, zal de vraag aan de orde komen, of zij haar bezit
„zal verkoopen dan wel of zij het zal behouden en de ter
reinen alleen in erfpacht uitgeven.
„Zooals bekend, is de erfpachtsvraag" en dit Mijnheer
„de Voorzitter, werd in 1909 reeds geschreven „in