24 AUGUSTUS 1923. 397 zijn, dat de Raad in deze vierjarige periode te behandelen kreeg. Deelt men de meening, dat exploitatie van een deel in zich sluit exploitatie van het geheel, dan hebben wij hier te doen met een millioenen-plan. Bezien we de nota van den Directeur van Openbare Werken van den 4en Januari, de nota, welke het plan der algeheele exploitatie bevat, dan zien wij daarin, dat deze hoofdambte naar de kosten der voltooiing van het algeheele plan raamt op:f 1.800.000, daarbij komen, Mijnheer de Voorzitter, globaal berekend Kosten veemarkt 50.000, abattoir met koelinrichting, woning directeur, beambten enz250.000, Aanleg speel- en sportterreinen, plant soenen, andere beplantingen enz50.000, Brug-Mark en viaduct Spoorstraat. 60.000, Financieele bijdragen in woningbouw er zullen 520 woningen verrijzen reken f 5000,per woning260.000, totaal. f 2.470.000, rond 21/2 millioen gulden. De naam millioenen-plan is dus geenszins overdreven. Nu zijn bij de diverse plannen ook diverse financieele nota's overgelegd. Het spijt mij, Mijnheer de Voorzitter, dit te moeten zeggen, doch voor mij hebben al deze nota's, al die cijfers ééne zeer geringe waarde. Alles is immers is fictief, alles is immers fantasie. Ook is hier en daar verschil van opvatting. Zoo berekent onder meer de Directeur van Openbare Werken in zijne nota van 11 April geen gelden als opbrengst van den verkoop veemarktterrein. De heer Wethouder van Financiën doet zulks wel. In zijne nota van 10 Augustus j.l. en Burgemeester en Wethouders nemen dit over becijfert hij op 1 Januari 1925 een ontvangst te hebben geboekt van f 118,000,als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 397