402
24 AUGUSTUS 1923.
De heer KORTEWEG is van meening, dat uit de rede
voering van den heer Haaiman niet meer te leeren valt
dan men uit het rapport van Burgemeester en Wethouders
reeds wist. Spr. zal voor het voorstel stemmen.
De heer KLUFT is eveneens voor het plan. Spr. wil
echter even wijzen op eenige bezwaren. Hij zou liever de
breedte dan de lengte van de geprojecteerde haven op 500 M.
wenschen te zien gebracht. Ook wordt door spr. betreurt,
dat -niet aan beide zijden van de haven een trottoir is ont
worpen. Voorts zegt spr. de voorkeur te geven aan midden
standswoningen en winkelhuizen boven arbeiderswoningen
als bebouwing langs den weg, die naar het slachthuis leidt.
Hij vindt een grondprijs van f 8,eerder te laag dan- te
hoog, daar spr. verwacht, dat de waarde van den grond
enorm zal stijgen, vooral als daar de veemarkt komt. Spr.
zou daarom in overweging willen geven, den grond uit te
geven op credietzulks kan geen bezwaar voor de gemeente
opleveren hetgeen door spr. wordt uiteengezet terwijl
men het voordeel heeft, dat er spoediger gebouwd zal wor
den. Ten slotte vraagt spr., of men den grond wel goed
heeft laten onderzoeken alvorens tot ophooging over te
gaan hij moet eerst van veen ontdaan worden.
De heer OOSTVOGELS heeft tijdens het debat niet anders
gehoord dan van bouwen men moet echter bedenken, dat
luchtkasteelen geen huur opbrengen. Volgens spr. beoogt
men met deze exploitatie niet anders dan de stichting van
een abattoir en veemarkt. De laatste is echter volstrekt niet
noodig, wel het bouwen van woningen, daar een groot deel
van de Bredasche bevolking in krotten en spelonken woont.
Het gaat z.i. niet aan een veemarkt in te stellen ter wille
van de boeren, die hun eigen veemarkt hebben gesabotteerd.
Trouwens, een veemarkt is niet te scheppen het is een
stroom, welke zelf zijn bedding zoekt. Spr. geeft in over
weging, de daarvoor bestemde gelden te voteeren ter leni
ging van den woningnood, want zelfs, al mocht het geval