4°4
24 AUGUSTUS 1923.
veemarkt-kwestie is thans niet aan de orde Spr. zal er dus
niet op ingaan. Alleen wenscht hij even op te merken, niet
te kunnen begrijpen, dat de heer Oostvogels zijn zwanen-
zang gebruikt om een dergelijk diepgaand rapport met een
paar woorden af te maken.
De heer M e ij vi s heeft er de grenswijziging bijgehaald.
De kans, dat deze thans nadert, is groot, meer kan spr.
daaromtrent thans niet mededeelen. Of de boomen in de
Speelhuislaan behouden kunnen blijven, zal nog moeten
blijken. De proeftuin zal natuurlijk gauw moeten verdwijnen.
De heer Kluft heeft het gehad over de troittoirs langs
de geprojecteerde haven, misschien heeft hij daarmee de
kademuren bedoeld. Dat is echter niet hetzelfdein elk
geval behoort zulks bij de uitvoering van het plan thuis en
komt dus later aan de orde.
De heer Haaiman heeft in een lange rede, waarin hij een
aantal schrijvers door middel van citaten heeft laten spreken,
betoogd, dat Burgemeester en Wethouders in deze niets
kunnen garandeeren, het kan tegen, maar ook meevallen.
In tegenstelling met den heer Haaiman vinden Burge
meester en Wethouders de verstrekte cijfers wel van waarde.
Dat in het rapport van de Veemarktcommissie de grond
voor de veemarkt zonder tegenprestatie of betaling wordt
vermeld is juist, maar, dat bij de berekening in zake de exploi
tatie van den Belcrumpolder die grond in aanmerking werd
genomen en men daarvoor een bedrag uittrok met het oog
op de exploitatieberekeningen van den polder is daarmede
niet in strijd daar Burgemeester en Wethouders bij hun bere
kening den Belcrumpolder als een zelfstandig financieel
lichaam hebben beschouwd. De meeningen van verschil
lende schrijvers over modernen stedenbouw, welke de heer
Haaiman tot staving van zijn betoog heeft aangevoerd,
zouden beter op zijn plaats zijn bij de uitwerking van het
gemeenschappelijk uitbreidingsplan dan bij dit eenvoudige
plan. Wij moeten zeer zeker rekening houden met gezonde
woningen, plantsoenen enz., maar ons toch waarlijk niet