24 AUGUSTUS 1923.
De VOORZITTER Burgemeester en Wethouders hebben
aan den Raad overgelegd een lijst van nalatige huurders en
verzoeken nu, hun de middelen aan de hand te doen om
tot maatregelen te kunnen overgaan. Men moet daarbij wel
in het oog houden, dat voor den een f 2,80 meer beteekent
dan voor den ander f 10,
De heer OOST VOGELS vraagt, of deze machtiging alleen
voor dit geval geldt of ook voor de toekomst.
De VOORZITTER Een dergelijke machtiging moet, naar
de gevallen zich voordoen, opnieuw gevraagd worden.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen
met 12 tegen 9 stemmen.
Voor: de heeren Cerutti, Kooperberg, Korte-
weg, Van Dijk, Oostvogels, Lijdsman, Feber.
H o r n i x, L o o m a n s, Ha a 1 m a n, Moll en Van
Groe nendael.
Tegen: mevrouw N e ve-R e i n tj e s en de heeren M e ij-
vis, Bogmans, Kluft, Cohen, Van Zweden,
Clement, Martens enSchrauwen.
22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het
aangaan eener gemeenschappelijke regeling met de gemeenten
Ginneken, Teteringen en Princenhage, betreffende de toelating
van kinderen uit die gemeenten op de openbare scholen
alhier, luidende als volgt
„De tegenwoordige wet op het lager onderwijs bepaalt,
„dat de kosten van het onderwijs, zoowel openbaar als bij
zonder, met uitzondering van de jaarwedden van het onder-
wijzend personeel, geheel worden gedragen door de gemeente,
„waar de scholen zijn gevestigd.
„Ten aanzien van de bijzondere scholen, welke bezocht
„worden door leerlingen uit andere gemeenten, kent de wet