428 24 AUGUSTUS (923. De heer HORNIX vindt het treurig, dat de opmerking van den heer Van Groenendael daartoe aanleiding geeft. Spr. stelt voor, deze zaak heden toch te behandelen. De heer CERUTTI verklaart nooit mede te zullen werken aan een partijzaak en is van meening, dat men door de behandeling uit te stellen voedsel geeft aan de insinuatie van den heer Van Groenendael. De VOORZITTER Neen, dat heb ik reeds zooeven uit drukkelijk verklaard. Het voorstel van den heer H o r n i x, om dit punt nog hedenmiddag te behandelen, wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen met 11 tegen 8 stemmen. Voor mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren C e- r u 11 i, Kooperberg, M e ij v i s, Van Dijk, Oost vogels, Feber, Hornix, Cohen, Van Zweden en Clement. Tegen: de heeren K o r t e w e g, Lij ds man, Bog- mans, Loomans, Kluft, Martens, Moll en Schrauwen. De heeren Van Groenendael en Haaiman wa ren bij deze stemming niet tegenwoordig. De VOORZITTER persisteert bij zijn meening, dat de Raad thans niet in de geschikte stemming verkeert om in deze een bezadigd oordeel te vellen. Spr. verzoekt, op de laatste vergadering van deze zittingsperiode geen smet te werpen en wenscht dit punt van de agenda af te voeren. De heer COHEN komt daar met klem tegen op. De heer CERUTTI is van meening, dat op die manier de rechten van de vertrekkende leden zouden worden verkort

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 428