24 AUGUSTUS 1923. 431 .voornemen hebben herinnerd, indien ik niet tot .desbetreffende maatregelen ware overgegaan, zulks te ,meer wijl juist de kosten van het politiecorps meer- malen onderwerp van beschouwing zijn geweest. .Inderdaad vormen deze, gelijk elders, een belangrijken ,post op het budget der gemeente, al wordt daarvan ,in publicaties als „Waarschuwende Cijfers" wel een ,min nauwkeurigen indruk gegeven. Over 1922 werd ,aan het politiecorps uitgegeven ruim f 197.000,in ,welk bedrag alle kosten als traktementen, kleeding, .administratie, cursus zijn inbegrepen. De uitbreiding ,van den wekelijkschen diensttijd van 48 tot 56 uren stelt in staat tot vermindering van het agentenaantal ,met 10. Eene jaarlijksche bezuiniging van onge- ,veer f20.000,is het gevolg. Aangezien, zooals ,door mij reeds eerder werd gezegd, eenige vacatures ,in het vorige jaar niet werden aangevuld en andere .eerlang zijn te verwachten, zal zonder dat tot .bijzondere maatregelen behoeft te worden overge- ,gaan deze bezuiniging vrij spoedig ten volle .worden bereikt. „Voor deze wijziging van den diensttijd was een .raadsbesluit niet vereischt. In de verordening rege- lende de politie is daaromtrent geenerlei bepaling .opgenomen de dienstregeling behoort bij den burge- meester. Het is dan ook onjuist, dat zooals in ,de adressen voorkomt de gemeenteraad in 1919 ,zou hebben besloten tot het invoeren van de 48-urige .arbeidsweek voor de agenten van politie. Door aan ,onze voorstellen toentertijd goedkeuring te hechten, ,werd het aantal agenten verhoogd en werd de inkrim- ,ping van de te lange arbeidsweek mogelijk gemaakt. ,Hadde die inkrimping toen geleid tot een 56-urige .arbeidsweek, dan ware reeds een veel gunstiger .positie verkregen, dan vóórdien bestond. In verband ,met de invoering van de 45-urige arbeidsweek werd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 431