24 AUGUSTUS 1923. 445 dat, als er langer dan 52 uur per week gewerkt wordt, de overuren uitbetaald zullen worden. Spr. acht het wenschelijk, dat er niet langer dan 52 uur per week of wel 156 uur in de 3 weken gewerkt wordt. Bij laatstgenoemde norm heeft de Burgemeester meer spelingspr. heeft dan ook geen bezwaar om zijn motie in dien zin te wijzigen. De VOORZITTER zegt, dat het urenaantal van 56 geen wet van Meden en Perzen is het komt in vergelijking met het voorstel Haaiman eigenlijk slechts op een gradueel verschil neer. Het getal 56 is genomen, omdat daarmede een uitstekende dienstrooster is samen te stellen, terwijl men b.v. met 54 uren minder goede resultaten verkrijgt. Spr. ontzegt den heer Cohen de bevoegdheid om over de dienst regeling te oordeelen. Voorts merkt spr. op, dat Eindhoven de 54-urige werkweek heeft en dat er te s-Hertogenbosch, naar hij meent, zelfs meer dan 54 uur per week gewerkt wordt. De menschen hebben het hier heel goed en verheu gen zich in een mooie positie, terwijl spr. steeds tracht het hen zoo aangenaam mogelijk te maken. Het valt daarom des te meer te betreuren, dat door de debatten in den Raad een geest van ontstemming in het politiecorps wordt gewekt. Ten slotte merkt spr. op, dat het hem 't zelfde blijft, of de heer Haaiman zijn motie al of niet wijzigt. De heer HORNIX vraagt, of de heer Haaiman ook een kostenberekening heeft gemaakt. De heer HA ALM AN deelt mede, dat een 52-urige werk week een bezuiniging zal geven van f 10.000,d.i. dus de helft van het bedrag door den Burgemeester genoemd in diens tweede nota. Alsnu wordt in stemming gebracht de motie- Meijvis c.s., welke wordt verworpen met 12 tegen 9 stemmen. Tegen de heeren Cerutti, Kooperberg, Korte- weg, Van Dijk, Oostvogels, Lijdsman, Feber,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 445