44»
24 AUGUSTUS 1923.
34. De VOORZITTER verzoekt namens Burgemeester en
Wethouders om machtiging om de bestaande steunregeling
voor werkloozen met één maand te verlengen.
De heer MEIJVIS betreurt het, dat de werkloosheidsaan
gelegenheden hier zoo achteloos worden behandeld. Spr.
komt er tegen op, dat de belofte in de vorige vergadering
gedaan, n.l. dat er heden gelegenheid zou worden gegeven
om nader op de kwestie in zake de werkverschaffing in te
gaan, niet is nagekomen. Ook de door hem ingediende
voorstellen betreffende de werkverschaffing zullen dus nu
niet behandeld worden.
De heer MOLL Zij zijn eerst gistermiddag ingediend.
De VOORZITTER doet mededeeling van die voorstellen
en stelt voor, ze te stellen in handen van Burgemeester en
Wethouders om prae-advies.
De heer MEIJVIS heeft tegen verlenging van de steun
regeling geen bezwaar. Spr. dringt op een spoedige behan
deling van zijne voorstellen aan.
De heer COHEN verzoekt, nog hedenavond een vergade
ring te houden ter bespreking van het werkloosheidsvraagstuk.
De VOORZITTER acht het beter, daartoe thans nog niet
over te gaan. Laten Burgemeester en Wethouders eerst eens
met nadere voorstellen komen.
Zonder verdere opmerkingen wordt besloten aan
Burgemeester en Wethouders de gevraagde mach
tiging te verleenen en de voorstellen van den heer
Meijvis te stellen in handen van Burgemeester en
Wethouders om prae-advies.