4 SEPTEMBER 1923
461
Er worden uitgebracht 21 stemmen, waarvan 8 op den
heer Haaiman, 7 op den heer F e b e r, 1 op den heer
Appelboom en 1 op den heer Z ij 1 m a n s, terwijl 4
stembriefjes blanco zijn ingeleverd.
Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende,
wordt overgegaan tot een tweede vrije stemming, waarbij
worden uitgebracht 21 stemmen, waarvan 8 op den heer
F e b e r, 7 op den heer Haaiman en op de heeren
Appelboom en Zijlmans ieder 1 stem, terwijl 4
stembriefjes blanco zijn ingeleverd, zoodat een herstemming
moet plaats hebben tusschen de heeren Haaiman en Feber.
De uitslag van deze herstemming is, dat 7 stemmen zijn
uitgebracht op den heer Feber en een gelijk aantal op
den heer Haaiman, terwijl 5 briefjes in blanco zijn inge
leverd.
De heeren Feber en Haaiman hebben zich bij deze
herstemming van medestemmen onthouden.
Op grond van het feit, dat de stemmen hebben gestaakt,
moet ingevolge artikel 51 der Gemeentewet het lot beslissen.
Daartoe worden op aanwijzing van den Voorzitter
door den Secretaris twee briefjes, elk den naam van
een der beide candidaten bevattende, in de bus gedaan en
door den heer Z ij 1 m a n s behoorlijk dooreengemengd,
waarna door den heer Speijart van Woerden één
briefje uit de bus wordt gehaald, hetwelk bij opening den
naam blijkt te bevatten van den heer Feber.
Zoodat de heer W. J. H. Feber opnieuw is
benoemd tot wethouder der gemeente.
De VOORZITTER vraagt den heer Feber, of deze
bereid is de benoeming te aanvaarden.
De heer FEBER bevestigt zulks en dankt degenen, die
hun stem op hem hebben uitgebracht.