475
9 OCTOBER 1923.
weigering aan, dat hij zich verplicht acht zijn plaats dispo
nibel te stellen voor een jurist.
De VOORZITTER wijst er op dat het geenszins onwen-
schelijk is om ook een niet-jurist in deze commissie op te
nemen en vraagt of de heer Appelboom na deze uit
eenzetting nog bij zijn weigering volhardt.
De heer APPELBOOM persisteert bij zijn weigering.
Zoodat ter vervulling van de derde plaats in de
commissie voor het ontwerpen van strafverordenin
gen een nieuwe vrije stemming moet plaats hebben.
Bij deze stemming worden uitgebracht 20 stemmen, waar
van 8 op den heer Haaiman, 7 op den heer C e r u 11 i,
4 op den heer P e 1 s t e r en 1 op den heer M e ij v i s.
Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende,
wordt overgegaan tot een herstemming tusschen de beide
candidaten, die bij de vorige stemming de meeste stemmen
hebben bekomen.
De uitslag daarvan is, dat worden uitgebracht 20 stemmen,
waarvan 12 op den heer Cerutti en 7 op den heer
Haaiman.
Zoodat in de plaats van den heer Appelboom
tot lid van voormelde commissie is benoemd de
heer F. F. X. C e r u 11 i.
12. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
in overweging gevende over te gaan tot de benoeming van
een lid der commissie van toezicht op het ambachtsonder-
wijs, die in de hoedanigheid van raadslid in die commissie
zitting heeft.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 20 stemmen, waarvan 15 op den