9 October 1923,
4;8
benoemen tot klokkenist J. A. M a a s s e n op een jaarwedde
van f 700.
Zonder eenige bedenking wordt dienovereenkomstig
besloten.
De heer VAN LUIJTELAAR wil, nu al deze benoemingen
achter den rug zijn, even terugkomen op het niet-benoemen
van den heer C e r u 11 i in de gascommissie. De heer
C e r u 11 i heeft daaraan een verkeerde voorstelling gegeven,
welke later nog is versterkt door een uitlating van den heer
Appelboom. Bij de samenstelling der commissiën
heeft bij spr.'s fractie de bedoeling voorgezeten om de
zetels zoo eerlijk mogelijk te verdeelen het kwam haar
voor, dat de heer C e r u 11 i tot dusver wat overbelast was,
vandaar zijn niet-benoeming in de gascommissie. Het heeft
spr. echter verwonderd, dat de heer C e r u 11 i, die het
zeldzaam voorrecht mocht genieten met algemeene stemmen
tot lid van de reinigingscommissie te worden gekozen, toch
nog meende daarvoor te moeten bedanken.
De heer CERUTTI is van meening, dat, als daarbij
philanthropic in het spel is geweest, men hem toch weieens
eerst had kunnen polsen omtrent de commissie van wier
lidmaatschap men zoo barmhartig wilde zijn hem te ontlasten.
Dat spr. met algemeene stemmen tot lid der reinigings
commissie werd gekozen, komt, omdat spr. heeft willen
zien, of de meerderheid aan zijn zijde stond.
19. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter voorloopige vaststelling aanbiedende de rekening van
de inkomsten en uitgaven dezer gemeente over het dienstjaar
1922, vergezeld van al de daarbij behoorende bescheiden.
De VOORZITTER geeft in overweging, al deze stukken
ter fine van onderzoek en rapport te stellen in handen eener
commissie van drie leden.