9 OCTOBER 1923.
479
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den
Raad, dat de Voorzitter deze commissieleden zal
aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd
de heeren Appelboom, Van Sasse van
IJ s s e 11 en Z ij 1 m a n s.
20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
definitieve vaststelling van een bouwverbod op gedeelten
van het perceel domeingrond in het Wilhelminapark.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
wijziging van de rooilijn van een gedeelte van de Akkerstraat
en de Keizerstraat.
De heer HORNIX deelt mede, dat hij bij de behandeling
van dit voorstel in de Bouwcommissie niet aanwezig heeft
kunnen zijn, anders zou hij daartegen in het midden hebben
gebracht, dat geen rekening is gehouden met het reeds
jaren bestaande plan om de Ginnekenstraat te ontlasten.
Spr. heeft een schetsteekening ontworpen, welke hij
Burgemeester en Wethouders overhandigt, terwijl hij hun
in overweging geeft, dit voorstel terug te nemen en met
een nieuw voorstel te komen in den geest zooals door hem
is overdacht, anders zal men over een jaar of tien tegen
kostbare panden zitten aan te kijken, welke een sta-in-den-weg
zullen blijken te zijn.
De VOORZITTER stelt op den voorgrond, dat dit een
weloverwogen voorstel is. Het spijt spr., dat de heer
Ho mix nu eerst met een teekening komt, anders had
deze een punt van overweging kunnen uitmaken bij het
ontwerpen van dit plan. Men zou echter de behandeling
van deze zaak kunnen aanhouden tot een volgende ver
gadering en inmiddels het denkbeeld van den heer Hornix
aan een onderzoek kunnen onderwerpen.