q OCTOBER 1923.
491
van Woerden ligt, om naar aanleiding van diens op
merking dit punt thans aan te houden.
De heer SPEYART VAN WOERDEN wenscht Burgemees
ter en Wethouders alleen te verzoeken in deze zéér diligent
te zijn, omdat op dit gebied zoo licht een luxe-uitgaaf gedaan
wordt.
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu beslo
ten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast
stelling eener verordening tot behoud van monumenten (aan
gehouden in eene vorige vergadering).
De heer VAN LÖIJTELA AR wenscht vóór de behandeling
van dit voorstel namens zijne fractie een verklaring af te
leggen. Tengevolge van een compromis hebben eenige leden
van zijne fractie besloten hun verzet tegen deze verordening
te staken. Het hangt echter van het beleid van Burgemees
ter en Wethouders af of zij bij de toepassing der verordening
de geheele fractie tegen zich zal vinden.
De heer VAN GROENENDAEL zegt het volgende
Deze verordening heeft bij hare indiening al heel wat
ontstemming en wantrouwen gewekt. Zij heeft ook aller
minst mijne sympathie en wel in de eerste plaats, omdat ze
het eigendomsrecht aantast of althans de vrije beschikking
over zijn eigendom, zonder daarvoor eenige vergoeding aan
te bieden.
Ook komt mij deze verordening geheel overbodig voor,
daar in de bijna 20 jaren, dat ik in deze gemeente verblijf,
mij geen enkel geval bekend is, dat de noodzakelijkheid
dezer verordening rechtvaardigt.
Tenzij, dat althans de momenteele indiening van dit product
verband houdt met de aanhangige bouwplannen eener school