29 OCTOBER 1923. 523 Voorzitter de heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONSBEECK, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en geeft in overweging, de vaststelling van de notulen van het verhan delde in de vergaderingen van 9 en 23 October j.l. tot een volgende vergadering aan te houden. Daartoe wordt besloten. De heer VAN LUIJTELAAR vraagt den Raad vergunning om aan het einde der agenda een interpellatie te mogen richten tot Burgemeester en Wethouders, omtrent het tijds verloop tusschen het ter lezing leggen van de raadstukken en de vergadering. Zulks wordt toegestaan. Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde 1. Besluiten van de Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant als a. de dato 16 October 1923, G. n°. 327, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 9 October j.l. tot onderhandschen aankoop van het pand Haagdijk nos 133 en 133» b. de dato 2 October 1923, G. n°. 81, houdende goed keuring van het raadsbesluit van 24 Augustus j.l tot het instellen van een rechtsvordering tegen een aantal nalatige huurders. 2. Schrijven van de Gedeputeerde Staten voornoemd, d.d. 16 October j.l., G. n°. 259, berichtende, dat bij Kon. besluit van 3 October 1923, n°. 28, is goedgekeurd het raadsbesluit van 27 Juli j.l. tot intrekking der ver ordeningen op de heffing en invordering van bewaarloon van benzine, petroleum enz.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 523