I 29 OCTOBER 1923. 525
De heer CERUTTI wil hierbij even een vorm-kwestie
bespreken. De in de punten 4 en 6 der agenda genoemde
personen worden met ,,heer" betiteld, terwijl zulks niet
geschiedt ten aanzien van degenen, wier adressen onder de
punten 8 en 9 op de agenda voorkomen. Spr. vindt dat
stuitend voor laatstbedoelden en geeft in overweging, bij de
agenda voortaan zooveel mogelijk alle titulatuur achterwege
te laten.
De VOORZITTER veronderstelt, dat men breed genoeg
van opvatting zal zijn om daarin niets stuitends te zien. Er
zal evenwel met de opmerking van den heer C e r u 11 i
rekening worden gehouden. Voorts geeft spr. in overweging,
dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wet
houders ter afdoening.
Zondere verdere opmerkingen wordt dienovereen
komstig besloten.
10. Adres van bewoners van de Ceresstraat (zuidzijde),
verzoekende in den daar bestaanden toestand van den weg
verbetering te brengen.
De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te stellen
in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies.
Daartoe wordt besloten.
11. Schrijven van het College van Regenten van het
Oude-Mannenhuis, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de
begrooting van inkomsten en uitgaven voor het dienstjaar
1924, vergezeld van de noodige toelichting.
De VOORZITTER stelt voor, deze begrooting tot onderzoek
en rapport te stellen in handen eener commissie van drie leden.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den
Raad, dat de Voorzitter deze commissieleden
zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd
de heeren Van Luijtelaar, Korteweg en
Appelboom.