526 29 OCTOBER 1923. 12. Schriftelijke voorstellen van het raadslid J. M. Me ij vis, betreffende de werkverschaffing te Chaammet antwoord van Burgemeester en Wethouders (aangehouden in een vorige vergadering), luidende als volgt „Met betrekking tot de hierbijgevoegde voorstellen van „Uw medelid, den heer M e ij v i s, is door ons het advies „ingewonnen van de commissie voor de werkloosheidsver zekering, steunverleening en werkverschaffing alhier, welk „advies ter Uwer kennisneming hierbij wordt overgelegd, „Uit dat advies zal U blijken aten aanzien van voorstel x, luidende „De Raad, van oordeel, dat bij allen werkverschaffingsarbeid „een minimum-loon dient te worden vastgesteld, „besluit voor den werkverschaffingsarbeid te Chaam een „minimum-loon voor gehuwden en kostwinners vast te stellen „van f 14,per week, benevens f 0,50 voor elk niet-verdie- „nend kind boven 3 kinderenvoor ongehuwden zelfstandige „personen een minimum-loon van f 12,per week „dit besluit uit te voeren met ingang van de week van 27 „Augustus tot 1 September." - „dat door aanneming daarvan een zeer groote onbillijk- „heid zou ontstaan ten opzichte van die werklieden, welke „niet onder garantie-loon arbeiden „b. ten aanzien van voorstel 2, luidende „De Raad, van oordeel, dat bij werkverschaffingsarbeid op „gemakkelijke ivijze in de behoefte aan goed drinkwater moei „worden voorzien „draagt het College van Burgemeester en Wethouders „op, onverwijld de daarvoor noodige maatregelen te doen „treffen," „dat in de behoefte aan goed drinkwater naar behooren „wordt voorzien en c. ten aanzien van voorstel 3, luidende: „De Raad, van oordeel, dat de prikkel tot verzekering tegen „de geldelijke gevolgen van werkloosheid, levendig dient te „worden gehouden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 526