29 OCTOBER 1923.
527
besluitaan de verzekerde arbeiders bij de werkverschaf-
„jing een extra toeslag te verstrekken van f per week
„uitvoering aan dit besluit te geven met ingang van de
week van 27 Augustus tot 1 September
„dat de commissie, met uitzondering van twee leden, zich
„met dit voorstel kan vereenigen.
„Wat betreft de voorstellen 1 en 2 vereenigen wij ons
„met de adviezen der commissie, zoodat wij U in overwe
ging geven, deze voorstellen niet aan te nemen.
„Met het advies der commissie ten aanzien van voorstel
„3 kunnen wij ons echter niet vereenigen. Reeds de aan
„de commissie niet bekende omstandigheid, dat blijkens
„ingewonnen inlichtingen, de Regeering zoodanigen maat
regel niet goedkeurt bij de verleening harerzijds van subsidie,
„moet er wel van doen afzien, het voorstel in overweging
„te nemen".
De heer MEIJVIS verklaart alsnog zijn afkeuring te
moeten uitspreken over de late behandeling van deze voor
stellen, welke door hem reeds meer dan 2]/2 maand geleden
werden ingediend. Spr. had gemeend, dat zij aanspraak
mochten maken op een spoediger behandeling. Dat zulks
niet is geschied, bewijst, dat de werkloosheidsaangelegen
heden hier niet behandeld worden zooals het moet. Zoo is
de toezegging door den Voorzitter in de zitting van 27
Juli j.l. gedaan, dat er in de volgende vergadering gelegen
heid zou worden gegeven op de kwestie der werkverschaffing
terug te komen, tot heden niet nagekomen. Spr. licht ver
volgens de redenen toe, welke hem tot het indienen van
deze voorstellen hebben geleid. Hij meende, dat het zijn
plicht was, na de door Wethouder Moll in de vergadering
van 27 Juli 1.1. genoemde loonbedragen, een persoonlijk
onderzoek te moeten instellen naar de werkverschaffing te
Chaam. Dit onderzoek heeft ontzettende toestanden aan het
licht gebracht. Hoewel spr. het beter vindt, niet de namen
te noemen van de door hem ondervraagde personen, ver-