528
29 OCTOBER [923.
klaart hij zich bereid hen nogmaals te bezoeken in gezel
schap van een zijner medeleden, zulks tot staving zijner
beweringen. Spr. doet alsnu mededeeling van eenige zijner
bevindingen.
A. is reeds vanaf het begin van dit jaar werkloos. Hij
ontving van de organisatie gedurende 10 weken f 13,80
steun, daarna als uitgetrokkene van de gemeentelijke steun
regeling f 15,30 f2 (zijnde een derde van het loon
van een verdienend dochtertje), werd bij de werkverschaffing
geplaatst, werkte zich van Dinsdags tot Zaterdags beroerd
en had toen f 2,40 verdiend Doordat hij voor den Maandag
nog f 2 uitkeering ontving, was het totaal inkomen van
een degelijk huisvader van 7 niet-verdienende kinderen (het
dochtertje was inmiddels ook werkloos geworden) f4,40,
waarvan een geheele week moest geleefd worden.
B. is kostwinner voor een reeds 5 jaren lang ongeneeslijk
zieken vader en een zeer zwakke moeder. Buiten zijn ver
diensten is er geen ander inkomen dan een liefdadigheids
gift van f 2,50. Hij is reeds sedert geruimen tijd werkloos
en ontving uit de werkloozenkas een uitkeering van f 9
per week, daarna als uitgetrokkene wekelijks f 11 van
de gemeentelijke steunregeling. Vervolgens werd hij bij de
werkverschaffing geplaatst en verdiende de eerste week
f 4,50. De tweede week ontving hij weer geldelijke onder
steuning. De derde week moest hij weer bij de werkver
schaffing en verdiende, dank zij het buitenkansje van eenig
regenverlet, de som van f 6,70
Een derde werd werkloos en kreeg geen steun. Bij de
werkverschaffing verdiende hij toen f 4,50, waarvan een
gezin van 8 personen een week moest leven. Bovendien lag
de vrouw in het kraambed en de huishuur was 4 weken
achter. Als men daarbij nu bedenkt, dat deze verdiensten
3 a 4 weken moesten voortduren, vóórdat betrokkenen in
aanmerking konden komen voor toekenning van garantie
loon, dan kan men zich een voorstelling maken van de
armoede, welke in deze nette arbeidersgezinnen heerschte.