29 OCTOBER 1923.
541
Voor: mevrouw Neve-Reintjes en de heeren Kor-
teweg, Haaiman, Me ij vis, Cohen, Bogmans
en Schrauwen,
Het eerste voorstel van den heer M e ij v i s (in
zake minimum-loon) wordt daarop in stemming
gebracht en verworpen met 13 tegen 8 stemmen.
Tegen de heeren Van Luijtelaar, Speyart van
Woerden, Zijlmans, Hornix, Van Sassevan
Ysselt, Moll, Cerutti, Elich, Van Groenen-
dael, Loomans, Feber, Appelboom en Pelster.
Voor mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren Kor-
teweg, Haaiman, Me ij vis, Cohen, Bogmans,
Kluft en Schrauwen.
De VOORZITTER vraagt den heer M e ij v i s, of hij
onder deze omstandigheden zijn tweede voorstel (betreffende
de drinkwatervoorziening) wenscht te handhaven.
De heer MEIJVIS trekt dit voorstel in, zoodat het geen
punt van behandeling meer uitmaakt.
Alsnu is aan de orde het nemen van een beslis
sing op het derde voorstel van den heer M e ij v i s
(het verstrekken van een extra-toeslag aan de
georganiseerde arbeiders bij de werkverschaffing).
De heer MEIJVIS wenscht den datum van uitvoering te
veranderen in de laatste week van October.
De heer BOGMANS zou eerst inlichtingen willen inwinnen
omtrent de houding van den Minister in deze.
De VOORZITTER zegt, dat het vaststaat, dat het ver
strekken van een dergelijken toeslag door den Minister niet
getolereerd wordt,