sss 29 OCTOBER 1923. 6 van de ontwerp-regeling gesteld, is spr. het niet eens met den heer Moll. Spr. mist iets in deze regelinger moet toch nog een raadsbesluit zijn, waarbij de maximum-uitkeering voor gezinnen is vastgesteld op f 15,30. Spr. vraagt, of dit besluit van kracht blijft, zoo ja, dan dringt hij er op aan, het in de nieuwe regeling in te lasschen. Spr. kan zich niet vereenigen met de opvatting van den heer P e 1 s t e r, dat dit nieuwe systeem vooral het zoeken naar werkgelegenheid zal vergemakkelijken. Volgens spr. is alleen de Arbeidsbeurs daarvoor het aangewezen lichaam. Een derge lijke verruiming van werkgelegenheid acht spr. eerder slecht dan goed de bona fide patroons zullen er een strop aan hebben. Spr. dringt er bij den Raad op aan, de oude steun regeling te handhaven. De heer BOGMANS sluit zich geheel aan bij het betoog van den heer Moll. Alleen wil hij er nog met alle waardeering voor de verrichtingen der armbesturen aan toevoegen, dat het hem wil voorkomen, dat men daar bij deze aangelegenheid wel een beetje te veel op vertrouwt Zulks kan iemand parten spelen. Spr. kan de verzekering geven, dat de menschen liever nog meer armoede zullen lijden dan den steun van ,,St. Vincentius" in te roepen zij schamen zich om zich daar te vervoegen. De heer APPELBOOM is van meening, dat het hier in hoofdzaak een kwestie van naam betreftthans ontvangen de werkloozen ondersteuning uit de gemeentekas door middel van de Arbeidsbeurs. Deswege rijst de vraag, of hier niet een tusschenweg te vinden is. Spr. kan zich voor stellen, dat er iets krenkends in zit, geld te moeten gaan halen bij armbesturen, doch aan den anderen kant kan hij zich ook voorstellen, dat Burgemeester en Wethouders prijs stellen op de medewerking dier vereenigingen. Zou men er nu dit niet op kunnen vinden, dat het steunbedrag wordt vastge steld door Burgemeester en Wethouders na ingewonnen advies van de vereenigingen, dan coupeert men het idee

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 555