29 OCTOBER 1923.
565
De heer HAALMAN dient ter bekorting van de behan
deling de volgende motie in
„De Raad der gemeente Breda besluit de thans bestaande
„steunregeling voor de werkloozen te handhaven".
Spr, verzoekt haar terstond in stemming te brengen.
De heer SPEYART VAN WOERDEN heeft daartegen
bezwaar. Spr., die de bestaande steunregeling niet kent,
kan haar zoo op staanden voet niet beoordeelen.
De VOORZITTER Zij is U toch bij de overige stukken
toegezonden.
De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt, wat het
gevolg zal zijn van een eventueele aanneming van het
voorstel-H a a 1 m a n.
De VOORZITTER antwoordt, dat dan de bestaande steun
regeling in principe behouden zal blijven. Spr. lijkt een
onmiddellijke stemming over de motie-H a a 1 m a n de beste
oplossing. Stemmen voor deze motie beduidt intusschen,
blijkens verschillende uitlatingen, niet, dat de voorstemmers
allen de tegenwoordige regeling geheel juist achten.
De heer ZIJLMANS wil even vastleggen, dat men door
tegen de bestaande steunregeling te stemmen nog niet ver
klaart voor de nieuwe steunregeling te zijn.
De motie-H a a 1 m a n daarop in stemming ge
bracht, wordt aangenomen met 14 tegen 7 stemmen.
Voor mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren Korte-
weg, Van Luijtelaar, Haaiman, Speyartvan
Woerden, Me ij vis, Cohen, Bogmans, Van
SassevanIJsselt, Moll, Elich, Van Groenen-
dael, Schrauwen en Loomans.
Tegen de heeren Hornix, Zijlmans, Cerutti,
Kluft, Feber, Appelboom en Pelster.