29 OCTOBER 1923. 579 zijn in de vorige vergadering aangekondigde interpellatie over den werktijd bij de politie tot de volgende vergadering uit te stellen. De heer Haaiman zoude dan zijn vragen te voren schriftelijk kunnen inzenden. De heer HAALMAN, veronderstellende, dat hij op het oogenblik toch niet het gewenschte gehoor zou vinden, heeft daartegen geen bezwaar, mits zijn interpellatie een punt van de eerstvolgende raadsagenda zal uitmaken. Rondvraag. De heer BOGMANS vraagt, waarom het verzoek van den heer Jean Klein, om na afloop van de kermisweek in zijn theater, staande aan de Oude Vest, eenige kostelooze voorstellingen te mogen geven voor de kinderen van de leden van den R.K. Bond voor Groote Gezinnen, is afgewezen. De VOORZITTER antwoordt, dat zulks is geschied, omdat men anders in strijd gekomen zou zijn met de verpachtings- voorwaarden. Daarop sluit de VOORZITTER de openbare vergadering, welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren. De SecretarisDe Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 579