586
3 DECEMBER [923.
alhier loopende geruchten over den persoon van onzen ge-
achten Voorzitter, vvien een eervolle positie te 's-Hage
zou wachten.
Gaarne hadden zij daarover Uwerzijds een nadere verklaring,
daar het belang onzer gemeente en de geregelde afdoening
onzer gemeentezaken er ten nauwste mede samenhangen.
Ik stel deze vraag des te vrijmoediger daar dezer dagen
eene zelfde vraag is gesteld aan den V oorzitter van den
Raad der Gemeente Alphen-Oudshoornover wien eveneens
dergelijke geruchten liepen en waar de vraag in geruststel
lenden zin beantwoord werd. En ofschoon wij U, Mijnheer
de Voorzitter, alle goeds toewenschen, zoo zoude het
toch waar in de e.v. weken zooveel gewichtige gemeente
aangelegenheden op afdoening wachten ons zeer verheugen,
dat U ons bij den aanvang dezer vergadering eveneens eene
dergelijke geruststellende verklaring zoudt kunnen doen.
Wij, Mijnheer de Voorzitter, stellen Uwe leiding zeer
op prijs en het wil mij voorkomen, dat alle partijen Uwe
leiding waardeeren en deze vooralsnog niet kunnen ontberen.
De VOORZITTER dankt den heer Zijl mans voor diens
vriendelijke woorden. Wat de vraag zelf betreft, zegt spr,,
dat er z. i. niet veel aanleiding bestaat om beteekenis te
hechten aan een bericht, zooals in de pers heeft gecirculeerd.
De heer VAN LUIJTELAAR vraagt den Raad vergunning
om aan het einde der agenda een interpellatie te mogen
richten tot Burgemeester en Wethouders, omtrent de corres
pondentie, gevoerd tusschen Burgemeester en Wethouders
en spr.'s fractie in zake de aanwijzing van den heer Wethouder
F e b e r tot loco-burgemeester.
De VOORZITTER geeft den heer Van Luijtelaar
in overweging, daarmede te wachten tot de behandeling van
de gemeente-begrootingalsdan zullen wellicht toch de
verkiezingen en wat daarmede samenhangt ter sprake komen.
Aannemende, dat deze interpellatie bedoeld is als een aan-