6o2 3 DECEMBER 1923.
In dit verband geeft spr. in overweging adressant aan te
schrijven tot het indienen van een gewijzigd plan.
De heer BOGMANS zegt, dat hij heeft medegedeeld, dat
adressant daartoe bereid was alleen wanneer zulks noodig
geoordeeld werd z.i. is het evenwel niet noodig.
Het amendement-K o r t e w e g, aangevuld over
eenkomstig de opmerking van den heer Zijl mans,
wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen
met 13 tegen 5 stemmen.
Voor: mevrouw J. M. N e v e-R e i n t j e s en de heeren
Van Lu ij tela ar, Hornix, Bogmans, VanSasse
van Ysselt, Elich, Zijlmans, Cohen, Loo mans,
Me ij vis, Korteweg, Haaiman en Schrauwen.
Tegen de heeren Cerutti, Feber, Moll, Appel
boom en Pelster.
Bij deze stemming was de heer Van Groenendael
niet tegenwoordig.
Alsnu wordt besloten, adressant de gevraagde
uitzondering toe te staan onder de volgende voor
waarden
a. dat geen verandering worde gebracht in de
grenzen van het perceel, zooals zij op de
teekening zijn aangegeven en niet, zooals zij
bij onderzoek, in afwijking daarmede, bleken
te zijn
b. dat op de bestaande open ruimte niets worde
gebouwd dan op de teekening aangegeven
en niet hooger dan 2,5 M. buitenwerks;
c. dat ter voldoening van art. 5 der Woningwet
een teekening, ingericht volgens art. 105 der
Bouwverordening, aan Burgemeester en Wet
houders ter goedkeuring worde aangeboden