6o
21 FEBRUARI 1923.
De VOORZITTER opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 29 No
vember j.l. overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het
reglement van orde ter inzage voor de leden hebben gelegen
en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of
iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of
eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde
1. Beëediging en installatie van het nieuwbenoemd raads
lid, den heer W. L. Kooperberg.
De VOORZITTER verzoekt den Secretaris, den heer
Kooperberg binnen te leiden.
Hieraan voldaan zijnde, worden door den heer Kooper
berg in handen van den Voorzitter achtereenvolgens
afgelegd de eed van zuivering en de eed van trouw, voor
geschreven in art. 39 der Gemeentewet.
De VOORZITTER wenscht den heer Kooperberg
geluk met zijne benoeming en verzoekt hem in de verga
dering plaats te nemen.
De heer KOOPERBERG dankt den Voorzitter voor
diens hartelijke woorden en voor de vriendelijke wijze, waar
op hij is begroet. Spr. zal den korten tijd, dat hij hier
menschelijkerwijze gesproken, zal zitting nemen, de belangen
der gemeente naar best vermogen behartigen, zooals dat
ieder raadslid betaamt.
Waarop de benoemde zitting neemt.
2. Circulaire van de Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant, betreffende de herziening van de jaarwedden der
gemeente-ontvangers.